In de eerste praktijkles krijgen de leerlingen een muziekles. Hieronder staat de muziekles uitgewerkt.
Beginsituatie:
De leerlingen kennen de film Happy Feet al erg goed. Die hebben we in de les met de kijkwijzer al bekeken. De leerlingen hebben ook een theorieles gehad over films en vormgeving. De leerlingen hebben dus al behoorlijk wat voorkennis.
Muziek:
Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen minimaal vier instrumenten kunnen benoemen.
Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen een emotie aan een instrumentaal muziekstuk koppelen.
Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen kunnen de leerlingen zelf een muziekstuk maken van twee minuten.
Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen vertellen waarom muziek zo belangrijk in de film Happy Feet.
Inleiding:
In de inleiding krijgen de leerlingen muziek te horen uit de film Happy Feet. De leerlingen komen in de inleiding te weten hoe belangrijk muziek is in films en specifiek in de film Happy Feet. De leerlingen luisteren naar een muziekje uit de film en praten daar dan even over. De intentie van de muziek wordt nu duidelijk. Om dit te controleren praat je hier als docent over.
Inleiding:
De leerlingen gaan deze les dansen en muziek maken. De leerlingen werken deze les in twee groepen. De ene groep gaat dansen, de andere groep krijgt muziek. Na een half uur wisselen de groepen van onderdeel. De leerkracht maakt de groepen waarin de leerlingen aan het werk gaan. De groepsleerkracht verzorgt de dansles en er komt een muziekleerkracht die de muziekles regelt. In de inleiding klinkt er herkenbare muziek uit de film Happy Feet en de groepsleerkracht en muziekleerkracht komen dansend de klas binnen. Zo heb je onmiddellijk de aandacht van de leerlingen. In de inleiding wordt nu verteld wat we in deze les gaan doen.
Kern:
Voor muziek is er een vakleerkracht. Hij gaat met de leerlingen de muziek uit de film bespreken, zodat de leerlingen weten welke emoties er worden opgeroepen. Een voorbeeld van muziek die je kan luisteren is Boogie Wonderland. Daarna bespreekt de vakleerkracht met de leerlingen muziekinstrumenten. Wat voor een instrument hoor je nu? En wat voor een gevoel roept dit bij je op? De leerlingen gaan eerst met de klas muziek maken. Zo brengen de leerlingen hun net opgedane kennis in de praktijk. Ze krijgen opdrachten van de vakleerkracht. Als de vakleerkracht merkt dat de leerlingen dit onder de knie hebben, dan mogen de leerlingen zelfstandig aan de slag met het maken van muziek. Er komen drie groepjes die muziek maken. Een groepje maakt spannende muziek, een ander groepje vrolijke muziek en nog een ander groepje maakt treurige muziek. De leerlingen mogen zelf kiezen van welke instrumenten ze gebruik maken om de muziek te maken. Bij het maken van de muziek denken de leerlingen aan een fragment in de film. Aan het eind kunnen de groepjes leerlingen twee minuten met muziek vullen. Van elk soort muziek, zijn er twee groepjes die dat soort muziek maken.
In het slot vertellen de leerlingen hoe ze de les hebben ervaren. Wat vonden ze ervan om van dit soort muziek te maken. De leerlingen vertellen over hun ervaringen. Maar er wordt ook verteld of ze duidelijk hun emotie duidelijk konden maken in hun muziek.
1 reacties:
Opdracht bestaat uit meerdere werkvormen. Ik zou bijvoorbeeld kiezen om fragmenten te laten zien uit March of the Penguins en daar muziek aan toe te voegen om de sfeer in de documentaire te versterken of dramatiseren. Maak er duidelijke deelopdrachten van.
Een reactie posten